Tim, havo/vwo 1

‘Deze school is het voor mij. Ik vond het gebouw fijn en gezellig. Het is groot, maar het lijkt toch heel klein. Een warm gevoel. Er zijn geen duizend verdiepingen zoals op andere scholen. Het brugklasgebouw voegt ook veel toe. Je leert alle brugklassers kennen en je wordt niet gemengd met de grote vierde- of vijfdejaars. Die zijn wel een beetje eng, haha!

Je hebt natuurlijk docenten die je leuk vindt en docenten die je minder vindt. Ze moeten wel een beetje humor hebben. Bijvoorbeeld laatst bij aardrijkskunde zei hij: ‘Ja, de huizen in Groningen, als je die verkoopt, krijg je er twee tientjes en een eierkoek voor’. Zo heb ik het onthouden hoe het gaat daar met die huizen door dat aardgas. Humor waar je wat van leert.

Geschiedenis vind ik ook leuk. Soms word ik wel een beetje raar aangestaard omdat ik enthousiast ben. Ik vind dat met die gildes bijvoorbeeld interessant. Stel, je koopt een taart bij bakker Bert en die is tien euro. En je zegt: ‘Dat vind ik te duur’. Dan ga je naar bakker Cas en naar bakker Bob, maar die hebben ook taarten van tien euro en ze zijn allemaal van dezelfde kwaliteit. Dat is dus een gilde: geen concurrentie, maar afspraken met mannen die hetzelfde beroep hadden.

Je moet niet bang zijn om naar de middelbare school te gaan. Gewoon gaan. Het is veel minder eng dan je denkt. Vergeleken met vorig jaar is m’n leven eigenlijk niet veel veranderd. Ja, ik heb andere vrienden gekregen. En een vriendin. Dat begon op het gala en het is nog steeds aan.’