Jochem van Heugten, docent Nederlands

‘M’n dochter zit nu ook in de brugklas, op een andere school. Nu pas zie ik hoe belachelijk véél het af en toe kan zijn. Als je een toets opgeeft, hoor je leerlingen weleens klagen: we hebben die dag al wat. Dan dacht ik eerst: zo is het nou eenmaal. Maar nu zie ik thuis wat het écht betekent als docenten er van alles tussendoor fietsen als je óók al vijf toetsen hebt. Daar hou ik rekening mee.

Ik vind alles gaaf aan taal. Al die nerderige dingen, de systemen die erachter zitten. Soms heb je zo’n leuk klassengesprek, over bijvoorbeeld het alleroudste zinnetje: ‘Maltho thi afrio lito’. Er is niks meer in te herkennen, omdat de taal verandert. Over een tijd is ‘hun hebben’ waarschijnlijk ook oké.

In 1997 ben ik hier zelf met een bloempotkapsel en een overbeet binnengestapt. Met m’n genadeloze ADHD heb ik een beetje naar buiten zitten staren en ik mocht op een gegeven moment weer vertrekken. Ik wist toen trouwens nog niet dat ik ADHD had. Pas bij een spreekbeurt van een leerling op mijn vorige school dacht ik: dit gaat over mij. Dat was in 2023. 

Als ik in deze tijd hier brugklasser was geweest, had ik veel meer begeleiding gekregen. Ik was een top-kandidaat voor de BKM, de brugklasmodule. Da’s voor kinderen die geen idee hebben hoe ze hun agenda moeten gebruiken of hun zaakjes moeten regelen. Ik heb pas op m’n 34e geleerd hoe ik een planning moet maken. Er was in mijn tijd veel te weinig kennis over. ADHD heeft ook echt voordelen. Je kunt goed schakelen. Voor zo’n groep pubers kun je er heel snel van alles in klappen. En m’n leerlingen krijgen een superstrakke structuur aangeboden, gewoon omdat ik die zelf nodig heb, haha!’